Praktijkonderzoek Omgevingseffecten Gewasrotatie en Teeltsystemen 

(2024–2027)

Nieuw Altinge is vanaf 2024 betrokken bij een grootschalig en intensief praktijkonderzoek naar de omgevingseffecten van gewasrotatie en verschillende teeltsystemen. Dit onderzoek, dat loopt tot en met 2027, is bij ons ondergebracht vanwege onze actieve inzet en onze jarenlange ervaring met veldproeven. Het is dan ook veel meer dan “een projectje waar we aan meedoen” — het vormt een belangrijke bijdrage aan kennisontwikkeling in de landbouwpraktijk.

Waarom dit onderzoek?

Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in het effect van teeltsystemen op de benutting van nutrienten (zoals stikstof). Daarnaast onderzoeken we of het mogelijk is om volledig mechanisch het onkruid onder de duim te houden. We streven naar een teelt met een zo laag mogelijke milieubelasting onder meer vanwege de drinkwaterfunctie van dit gebied. Dit alles doen we in een gemengde gewasrotatie van voeder- en akkerbouwgewassen waarin ook diverse groenbemesters worden geteeld. Groenbemesters worden ingezaaid na de oogst van het hoofdgewas en leggen in de periode tussen de groeiseizoenen nutrienten vast. Ook bieden ze in die periode schuilgelegenheid voor dieren.

Hoe ziet de proef eruit?

Proefopzet: het veld is verdeeld in 2 blokken met elk 4 proefstroken. Elk blok staat voor een teeltsysteem (A en B) en op elke strook groeit een gewas: voedergewassen voor melkkoeien, en zetmeelaardappelen voor Avebe. Het verschil tussen blok A en blok B is de grondbewerking. Blok A is een volledig niet-kerend syteem dit wil zeggen dat de grond niet wordt omgewerkt door spitten of ploegen. In blok B wordt de grond wel bewerkt door gebruik van een ecoploeg. Dit betekent dat de grond tot 15 cm wordt omgewerkt

Waar en wanneer meten we?

De proefstroken worden jaarrond bemonsterd in elke fase van de teelt. We starten na de winter met de beginvoorraad nutriënten in de bodem. Daarna volgen in de tijd de aanvoer via bemesting, afvoer via oogst, inhoud gewasresten, opname door groenbemesters en de eindvoorraad minerale stikstof in de bodemlaag 0-90 cm. Minerale stikstof dat is de stikstof in de vorm van ammonium en nitraat, de vormen die door planten kunnen worden opgenomen, maar tevens de vorm die verloren kan gaan in de periode waarin geen opname plaats vindt. Bij de bodem kijken we ook naar bodemvruchtbaarheidskenmerken zoals pH, organische stof en bodemgezondheid.

voorbeeld van hoe de proef eruit ziet met pijlen op een akker

Welke bepalingen en waarom?

Als indicator voor de efficiëntie van de bemesting van de gewassen meten we de aan het eind van het groeiseizoen aanwezige voorraad minerale stikstof in de bodemlaag 0-90 cm, dat is het deel van de stikstofvoorraad in de bodem dat door de plant kan worden opgenomen maar ook verloren kan gaan richting de omgeving. Dit doen we voorafgaand en na de oogst en net voor het winterseizoen. Op die momenten krijgen we informatie over de actuele situatie en inzicht in de momenten waarop het gewas stikstof opneemt. Het zegt iets over de efficiëntie van het teeltsysteem en daar kunnen we op anticiperen in de volgteelten. De hoeveelheid vastgelegde nutriënten bij de oogst worden bepaald. Een deel van de totale opgenomen hoeveelheid nutriënten verlaat met de oogst het perceel. De rest blijft achter op hete perceel in oogstresten. Het deel dat achterblijft is onderdeel van de kringloop en kan een bijdrage leveren aan de voeding van het nieuwe gewas.

Resultaten en Rapportages

Rapportage BT praktijkonderzoek gewasrotatie en teeltsystemen
Publieksversie Pilotproject BT Nieuw Altinge Anderen

Wie werken er aan mee?

Opdrachtgever en uitvoering

Albert-Jan Knijp eigenaar van Nieuw Altinge

Geertje Enting eigenaar van Nieuw Altinge

Projectleiding en coördinatie

Marjon Schultinga akker & natuur projectleider

Onderzoek en analyse

Arjan Mager Consultancy expert in bodem- en gewasonderzoek

Albert Wolfs Agro Consultancy expert op het gebied van bodem- en aaltjesonderzoek

Fertilab Laboratorium voor analyse van gewas- en bodemmonsters

Gert Brommer Teeltadviseur akkerbouw bij Agrifirm

Betrokken organisaties

DAW Demobedrijven netwerk

Provincie Drenthe

LTO Noord innovatiefonds

Project Blue Transition (Interreg)

Agrifirm – Kennis Boeren

Koeckhoven

Agri Bio Solutions